In 1986 bezocht ik de expositie Chambres d’amis in Gent, samengesteld door Jan Hoet. Hij ontmantelde de kunst van zijn sokkel en plaatste de kunst bij de mensen in de huizen. De kunst bracht in Gent saamhorigheid onder de kunstgezinde mensen. In alle lagen en culturen van de bevolking werden huizen ter beschikking gesteld. De kunstenaars werkten in overleg met de eigenaars en alles was voor het publiek te bezichtigen. Fantastisch! In 1991 kwam ik in Hellevoetsluis wonen. Ik mocht gelijk actief deelnemen binnen de kunstcommissie van Hellevoetsluis. Ik assisteerde Akelei Hertzberger bij haar mozaïek project met 11 scholen. In de mozaïekkunst ontdekte ik de sleutel om grote groepen mensen deel te laten nemen binnen een kunstwerk.
De kikkerzuil aan de Vuurdoorn in Hellevoetsluis geïnspireerd op Gaudi volgde. De vierjaargetijde aan het Molbord geïnspireerd op David Hockney en Van Gogh daarna. Hierna het ganzenbord, de Callandstraat in Leiden geïnspireerd op Henri Rousseau. Als laatste de inwoners van de Oosthoek geïnspireerd op Rodin en Karel Appel. De geschiedenis en de omgeving met de hedendaagse tijd worden verwerkt binnen het kunstwerk. Tijdens het maken van het werk is alles mogelijk en inpasbaar. De grote lijnen zet ik op, maar daar binnen wil ik zoveel mogelijk mensen, jong en oud, en zoveel mogelijk culturen betrekken met zoveel mogelijk eigen inbreng. Daarom is het definitieve werk in details pas te zien als het helemaal klaar is. Het creëren leidt tot verrassing en enthousiasme bij de deelnemers.
Toevalligheden leiden tot verwondering en nieuwsgierigheid tot het verleden. Het herscheppen van de oorspronkelijke bewoners van de Oosthoek was een voorbeeld hiervan. Het verwerken van hedendaagse elementen zoals handen en voeten van de leerkrachten brengt historie dichter bij de kinderen. Door de kinderen de portretten laten invullen hoe ze er uitzien geeft de kinderen het gevoel zelf iets te maken zoals in het museum staat. Een prachtig werkproces met prachtige werkervaringen.