Het is een maandagochtend in april. Ik loop met mijn hond Puck naar huis. Net ben ik in het Ravense Hout, ons bosje geweest en loop nu de Bonseweg af. De lucht is prachtig blauw en de opkomende zon doet haar werk. Zes zwanen voelen zich net als ik ook fantastisch en vliegen in colonne over me heen. De lente is in volle gang. De frisheid van de ochtend met haar blauwe lucht geeft mij ook vleugels en ik krijg de gedachten “wat heerlijk zou het zijn om mee te kunnen vliegen”.
Twee aan twee vliegen de zwanen over het braakliggende terrein naast de Bonseweg. Het geluid van de vleugels doet mij bijna bukken als ze over mij heen vliegen.
Dan zie ik dat een van de jonge witte zwanen de andere jonge zwaan raakt met zijn vleugels en loodrecht naar beneden stort. Wat is dit! Dit heb ik nog nooit zien gebeuren.
Ik ren snel naar de plek waar de zwaan is terecht gekomen. Hij ligt midden op de Nelson Mandelalaan vlakbij een vluchtheuvel en verkeersdrempels. Zij leeft nog en kijkt mij beduusd aan. Staan op haar poten kan de zwaan niet meer. De andere zwanen die verder vliegen maken recht omkeer als ze merken dat hun kameraad zwaan naar beneden is gestort!
Ze vliegen terug om hun kameraad op te halen. Dan landen de zwanen in de naast gelegen vijver en kijken of hun kameraad zwaan nog meekomt.
Ondertussen hou ik met zwaaibewegingen de naderende auto’s tegen. Gelukkig, de eerste auto die er aan komt, stopt. De vrouw stapt uit en belt gelijk de dierenambulance. Ongelovig verteld ze mijn waarnemingen door aan het dierenambulance personeel.
Ik weet dat de zwaan nu in goede handen is en versnel mijn wandelpassen om op tijd naar mijn werk te kunnen vertrekken. Op mijn fiets naar mijn werk mijmer ik over het zwanen incident. Nog nooit van mijn leven heb ik zoiets meegemaakt.
Het is drie dagen later. Ik ga de deur uit om mijn hondje Puck uit te laten. De hond trekt mij mee naar de zijkant van ons huis. Daar zie ik een lapjeskat haar laatste adem uitblazen. Wat is er gebeurd? Heeft de jonge kat die ik net nog zag spelen met een andere kater een auto geraakt? Wie zal het zeggen. De jonge lapjes kat is prachtig ! Wat verdrietig voor de eigenaars. Ik leg de poes heel zacht in een kartonnen doos. De prachtige vacht glimt. De poes is helaas echt dood. Hij blijkt van een van de kinderen te zijn die een straat verder wonen. De moeder komt eraan gerend en verteld dat ieder kind van hun een eigen poes heeft. Dit lieve poesje was van haar jongste kind en nog geen jaar oud. Heel verdrietig neemt ze de poes mee.
Mijn dochter komt die avond thuis en vertel ik de verhalen over de twee verongelukte dieren. Zij vraagt mij angstig of dit misschien iets te betekenen heeft. Ik negeer haar opmerking.
De week die volgt krijg ik een naar bericht van mijn buurvrouw Mieke. Arno, haar man heeft een noodlanding in Hongarije met zijn vliegtuig moeten maken. Hij is amateurvlieger en moet zijn uren maken om te mogen blijven vliegen. Vandaar dat de buurman met een hele club vliegers een grote tocht naar Hongarije maakt. Gelukkig is Arno en zijn compagnon ongedeerd gebleven tijdens de noodlanding . Twee dagen later spreek ik mijn buurman Arno. Hij verteld dat de noodlanding maar net goed ging. Bij de landing hadden ze een elektrische kabel over het hoofd gezien. Door net op tijd alert te reageren konden ze het vliegtuigje omhoog trekken en hadden ze een onthoofding kunnen voorkomen. Ik leg gelijk de link met de reclamespot van de zwanen en het vliegtuig. Waarschijnlijk is dit beïnvloed door de KLM reclame. Ook de gedachten aan de dode lapjes kat wordt in mijn hoofd gelinkt aan de zwanen. Waren het dan toch voortekens geweest deze toevallige incidenten met dieren?